Aflevering 346 – Het succes van Jandino Asporaat: van internaat… naar imperium

Direct luisteren naar deze podcast

Bekijk deze podcast

Introductie van deze gast

Jandino Asporaat is bekend van zijn werk als comedian. Maar daar bijft het niet bij. Samen met zijn broer Kenneth bouwde hij een entertainment- en restaurantimperium, waaronder de populaire keten FC Kip. 

Van een moeilijke jeugd in een internaat tot uitverkochte shows in de Kuip: Jandino’s verhaal is er een van doorzettingsvermogen, familie en geloof in jezelf.

 Drie dingen die je in deze aflevering leert:

🎯 Waarom logica soms je grootste vijand kan zijn bij het ondernemen
💡 Hoe afwijzing de beste motivatie kan worden om je eigen weg te creëren
❤️ Waarom geld je creativiteit kan vernietigen en familie altijd voorop moet staan

CALLS TO ACTION 🔥

Verbind met Jandino op Instagram: www.instagram.com/jandinoasporaat/
Link naar de website van Jandino: www.jandino.nl
Link naar de website van Het huis van Asporaat: hethuisvanasporaat.nl/

Overige links naar boeken en bruikbare bronnen voor ondernemers:

BRONNEN

Boek: Atomic Habits – James Clear
Film: Bombini serie – Jandino’s succesvolle filmreeks
Restaurant: FC Kip – Halal fast food concept
Locatie: Hoffiemango Park Curaçao – Nationaal park met 1100 mango bomen
Platform: The Diary of a CEO – Steven Bartlett (inspiratie)
Opleiding: Business Academy Curaçao – Ondernemen voor kinderen vanaf 10 jaar

In deze aflevering

00:00 – Welkom bij Groeivoer!
01:22 – Introductie Jandino Asporaat
02:08 – Het imperium
04:42 – De grote momenten
09:52 – Moeder als grootste inspiratie
13:40 – Vader’s afwezigheid en impact
21:43 – De millionaire mythe
27:16 – De vleugel en ego
32:09 – Geloof en tussenmannetjes
39:30 – Trump, Bezos en ondernemerschap
45:35 – Visie vs zakelijkheid
49:40 – God sprak: het nationale park
53:41 – FC Kip ontstaan
58:30 – Franchise plannen en groei
1:03:52 – Roem en normaliteit
1:10:13 – De allerlaatste vraag

Shownotes

Liever kijken? 🎥

Wil je liever kijken dan luisteren?

Check Groeivoer op Youtube: https://www.youtube.com/@groeivoer/videos

Zelf een podcast starten? 🎙️

Wil je zelf ook een podcast starten? Gerhard is eigenaar van Ear Ear, een podcast agency die jou kan helpen om een hoogwaardige podcast te maken. Neem contact op met Gerhard. 🚀

Adverteren? 📢

Wil je adverteren bij Groeivoer? Stuur een e-mail naar info@groeivoer.nl en we gaan graag met jou in gesprek.

Volg onze kanalen! 🌐

Op de hoogte blijven van nieuwe afleveringen en events? Volg dan het Whatsapp kanaal van Groeivoer: https://whatsapp.com/channel/0029VaZOSZGHbFV9bpqwwE3B

Of volg ons Telegram kanaal: https://t.me/groeivoer

De beste lessen in jouw mail? 📧

Mail naar info@groeivoer.nl en ontvang een cheat sheet met de 10 beste lessen van 250 groeiondernemers.

Laat een review achter! 🌟

Blij met deze podcast? Laat een review achter op Spotify, Apple Podcast of Google. 👍

Volg ons! 🚀

Voeg Gerhard toe op LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/gerhardvelde/

Volg Groeivoer op LinkedIn: https://nl.linkedin.com/company/groeivoer

Volg Groeivoer op Instagram: https://www.instagram.com/groeivoer_podcast/

Volg Groeivoer op TikTok https://www.tiktok.com/@groeivoerpodcast

Volg Groeivoer op X: https://twitter.com/groeivoer

Onze partners 🤝

Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door Teamleader, het perfecte all-in-one softwarepakket voor het MKB. Probeer Teamleader vandaag nog uit: https://signup.focus.teamleader.eu

Speciale dank gaat uit naar Groenpand, waar de Ear Ear Podcast studio gevestigd is. Check www.groenpand.nl voor meer info over dit mooie bedrijf.

Transcriptie

[Jandino Asporaat] (0:00 – 1:19)

Het is dromen met je oog open. Ik zou never, nooit zijn gekomen waar ik nu ben… …als ik ten alle tijde logica had toegepast. Want logisch gewijs had ik niet moeten zijn waar ik nu zit. Bepaalde deuren hadden helemaal niet open moeten zijn. Maar ik als iets van ik ga deze deur niet openen.

Ik maak mijn eigen gebouw. Fuck de deur. Wij bestellen kip met Kenneth.

Hij bestelt spicy kip en hij krijgt original. Hij gaat terug. Ik heb spicy besteld, zei hij tegen die vrouw.

Die vrouw zegt kip is kip. Ik geniet al van deze houding van boeit mij niet. En ik denk, dan, dan, dan.

Hoe gaat dit aflopen? Hij zegt tegen mij het is een gekke vriendelijkheid… …waarop die vrouw zegt, ik ben een kie. Dan erop met je gekke vriendelijkheid. Ik ben heel erg bewust dat niks als je aanraakt… …zeg maar in één keer in goud verandert. Maar als je lang genoeg blijft boenen, dan gaat het ergens wel blinken. Wij zijn gecreëerd op aarde om te creëren. We zijn met veel dingen bezig, maar de kern is eigenlijk…

…vooral kansen creëren waarbij anderen mee kunnen groeien. Ik moet je voorstellen, 40.000 man kwam kijken naar de show. En ik zie mijn broertje, Kenneth.

Ik zie hem met de helm en walkie-talkie. Ik moest echt huilen. Dat was het besefpunt.

We hebben in het internaat gezeten. Ik heb nog zijn luier gewisseld. Op dat moment denk ik, we hebben het gered.

Maar dat we gewoon mogen dromen. Dat ik op een gegeven moment vanuit mijn kamer in IJsselmonde… …alleen de lichtmasten zag van de Kuip. En ik kan absoluut niet voetballen, maar tegen mezelf heb ik gezegd… …ooit ga ik daar staan. En dat we dat dan uiteindelijk jaren later realiseren.

[Gerhard te Velde] (1:22 – 2:08)

Welkom bij Groeivoer. Mijn gast vandaag is niemand minder dan JanDino Asporaat. Naast een zeer succesvolle carrière als acteur, tv-presentator…

…en stand-up comedian is JanDino ook ondernemer. Samen met zijn broer Kenneth lanceerde hij de restaurantformule FC Kip. JanDino, welkom bij de podcast.

Nou, dank je wel. Thanks dat je me hebt uitgenodigd. Van harte welkom bij Groeivoer.

En er is zoveel om over te praten, want je bent nu 44. Je hebt al heel wat meegemaakt. We zijn allebei…

Ik ben van 83, jij bent net een paar jaartje ouder. Maar ik wilde toch even beginnen bij jouw imperium. Of eigenlijk wat je allemaal hebt neergezet.

Wil je eens een soort schets geven van jouw assets? Of ja, wat heb je gepresteerd? Ja.

En wees niet bescheiden.

[Jandino Asporaat] (2:08 – 4:29)

Nee, maar ik vind het altijd heel lastig. Kijk, met mijn broertje hebben wij het huis van Asporaat. En vanuit het huis van Asporaat, dat is onze achternaam…

creëren we eigenlijk vooral platforms om daarop te groeien. Kansen. Eigenlijk onze motto is…

We doen het voor de kleinkinderen van onze kleinkinderen. En daaruit… Het is ooit ontstaan vanuit de entertainmentwereld.

Dus dan de theater. Evenementen, grote evenementen in Ahoy en zelfs de Kuip. Films.

Real estate. En nu al langs de restaurant. Het is ons tweede restaurant.

We hadden al wat restaurants. Of tweede concept. We hadden al een aantal restaurants daarvoor.

Opleidingen. Eigenlijk hebben we wat opleidingen op Curaçao. Landsbouwopleiding.

Hovenieropleiding. We hebben een business academy voor jonge kinderen… die leren ondernemen met lokale producten.

Maar de kern van onze ondernemingen is… Sommige mensen noemen mij een filantroop. Op uitkeringbasis.

Wat is dat? Het is gewoon meergevend dan wat je hebt. Dat is eigenlijk wat het is.

Dus dit is een liefkozend ding. Maar het is vooral de verantwoordelijkheid voelen. Maar ik vind het heel lastig om te zeggen…

Wat heb je nou eigenlijk allemaal? Ik vind het gewoon leuk om te werken. Ik vind het gewoon leuk om kansen te creëren.

En als we daarbij mensen kunnen helpen om mee te groeien… dan is dat het ding. Want je gaat het ook niet meenemen.

Ik hecht anderswaarde aan middelen. Want je gaat het echt niet meenemen. Ik heb in mijn leven voldoende mensen zien gaan.

En niemand is een berichtje teruggestuurd… van neem wat mee aan deze kant. Dus waar je naartoe gaat is dat niet belangrijk.

Maar wij zijn gecreëerd op aarde om te creëren. We hebben veel gedaan. We zijn met veel dingen bezig.

Maar de kern is vooral kansen creëren… waarbij anderen mee kunnen groeien.

[Gerhard te Velde] (4:30 – 4:41)

Jij bent behoorlijk beroemd. Dat zou je toch wel kunnen zeggen. Hoe ben je zo ver gekomen?

Je bent natuurlijk een heel carrièrepad geweest. Maar wat waren de grote momenten daarin?

[Jandino Asporaat] (4:42 – 9:41)

Ja, er zijn een paar grote momenten geweest in mijn leven. Ik denk met theater. Ja, ik ben…

Want we deden… Toen ik zestien was zaten we in een boyband. Een hele slechte boyband.

Ja, heel slecht. Dat hebben we allemaal gedaan. Maar op een gegeven moment zag ik een bericht.

Ze waren op zoek naar een acteur. Op amateursniveau bij de SKVR. Stichting Kunstzinnige Vormen in Rotterdam.

En dat was eigenlijk om jongeren van de straat te houden. Maar ik kijk heel vaak naar een kans. Hoe kan ik dat uitpuilen?

En er veel meer van maken. Dus dat heb ik ook gedaan. Auditie daar heb ik gedaan.

En Mariette Roering heeft me toen aangenomen. En dat heeft me best wel… Toen ik dat zag, gewoon creatief bezig zijn…

wist ik van oké, dit is wel mijn pad. Dat was een grote moment voor mij. Ik kan me retten dat ik echt…

in de grote zalen ben gespeeld. Ik heb gewoon een wedstrijd gedaan. Ik denk…

Qua film… Mijn grote moment was toch het moment… van afwijzing.

Dat ik jarenlang… Hoe noem je dat? Jarenlang figurant was.

En werd altijd eruit geknipt. Dat ik ooit een keer vroeg aan een agent… Wat kan ik doen om daar te komen?

En dat zij eigenlijk heel eerlijk was. Zij bewoog vanuit haar perspectief… en wat zij kon.

Zij keek naar mij. Zij herkende geen succes. In mij.

Dus zij zei tegen mij… Jij hebt geen hoofd voor een hoofdrolspeler. Op mijn vraag.

Wat kan ik doen om een hoofdrolspeler te worden? En dat was voor mij… Boem, opening.

Ik heb geen hoofd. Voor jouw hoofdrolfilm… Dan doe ik het zelf.

Het is een hele rare gedachte. Dan doe ik het zelf. Maar het is altijd springen.

Het is gewoon beginnen. Ik denk als je alle succesvolle mensen… die jij succesvol vindt of waar je naar opkijkt…

Als je al hun verhalen… terugrolt… is het vaak dat ze…

vanuit een slechtere positie zijn begonnen… dan degene die nu aan het kijken of aan het luisteren is. Heel vaak denken we…

Die hadden geluk. Nee hoor. Ze hadden gewoon een droom en een blok voor hun kop.

En dan gewoon gaan. Dat is het. Dus dat was voor mij een hele grote moment.

Dus niet het succes. Niet van… Nu ben ik er.

Het was altijd een kut moment. Echt een moment dat je denkt… Ik weet nog, wij stonden in de Kuip…

voor 40.000 man. Op de donderdag, zaterdag… stonden we.

Maar donderdag werd het decor gebouwd. Ik kwam binnen. Het was alsof er rodingstootsen gingen staan.

Je moet je voorstellen, 40.000 man kwam kijken naar de show. Het was uitverkocht. En ik zie mijn broertje Kenneth.

Ik zie hem met helm en walkie-talkie. En ik zie kraanen. En allemaal personeel.

Iedereen die aan het werk was om de show klaar te maken. En dan… Ik moest echt huilen.

En mijn broertje die komt. Is alles oké? En het was zeker…

het was het besefmoment. We hebben in de internaat gezeten. Ik zie mijn broertje nog lopen.

Hij is inmiddels drie koppen groter dan ik. Maar ik heb nog zijn luier verwisseld. In de internaat.

Hem beschermd en mijn zusje. En mijn andere broertjes. Dus het is heel…

Op dat moment denk ik, we hebben het gered. En niet zozeer dat er allemaal mensen in zitten. Maar dat we gewoon mogen dromen.

Dat ik op een gegeven moment vanuit mijn kamer in IJsselmonde. Alleen de lichtmasten zag. Van de Kuip.

En ik kan absoluut niet voetballen. Maar tegen mezelf heb ik gezegd. Ooit ga ik daar staan.

In de Kuip. En dat we dat dan uiteindelijk jaren later realiseren. En het is stappen.

Want mensen denken ook. Ja, dan sta je in de Kuip. Nee.

Voor de Kuip stonden we een paar keer in de Ziggo Dome. Voor de Ziggo Dome. Dat is 16.000 man per avond. En dan krijg je Ahoy. Voor Ahoy. Dat was toen destijds Heineken Musical.

4.000 man. Daarvoor een luxer theater. Een plein bibliotheek theater.

Daarvoor op het pleintje met alle kinderen. Ben je gek aan het doen. Daarvoor moet je je voorstellen in de woonkamer.

Met familieleden. Ben je een beetje grappig aan het doen. En daarvoor staat een klein jongetje.

Met een borstel. Ja een borstel. Want ik had vroeger haar.

Maar het staat om de rand voor de spiegel gek te doen. Het zijn stappen die je neemt voordat je daar komt. Maar het besef moment van.

Hé. Ja man. Het gaat lukken.

Ik mag dromen. En als je eenmaal droomt. Ik droom met je ogen open.

Is dat je moet springen. En niemand heeft antwoorden. Die antwoorden zitten in het donker.

Aan de andere kant. Om de hoek.

[Gerhard te Velde] (9:41 – 9:42)

Er is maar één manier om daar te komen.

[Jandino Asporaat] (9:43 – 9:44)

Dat is gewoon gaan.

[Gerhard te Velde] (9:47 – 9:51)

Wie heb je om je heen gehad. Die veel voor jou betekend hebben.

[Jandino Asporaat] (9:52 – 13:36)

Qua onderneming mijn moeder. Mijn moeder had. Drie baantjes.

Ze maakte schoon. Ze werkte bij Joe. Dat is een Portugees.

Als waitress. En. Mijn moeder had haar eigen.

Minimarket. Dat had ze al vanaf de 23ste. En ik zeg altijd.

Als de buurt klaar was voor haar succes. Dan was mijn moeder ook een Albertijn geweest. Of een Jumbo.

Of wie allemaal. Omdat de buurt was niet klaar voor haar succes. Dus zij leende vaak eten bij haar.

En betaalde niet terug. Maar dat deden ze niet. Bijvoorbeeld bij de Chinees of de Portugees.

Bij hun eigen soort. Dus dat is weer een ander ding. Maar haar gedrevenheid.

Bijvoorbeeld op jonge leeftijd. Met haar kinderen naar Nederland komen. Zonder familieleden.

Voor een betere toekomst. Duizenden kilometers ergens anders. Dus dat is een.

Iemand. Een hele sterke vrouw in mijn leven. Mijn broer.

Ja. Ik heb best wel wat mensen in mijn leven gekend. Die gewoon.

Mij hebben geïnspireerd. Ik vind het altijd leuk om met mensen gesprekken aan te gaan. Met vreemden.

En hoe doe jij dat en zo. Dus ik ga makkelijker gesprekken aan. Maar het zijn vaak mensen die.

Anders kijken naar het leven dan ik. Dus ook nogmaals. Die streven niet naar.

Geld. Dat is zo vergankelijk. Ook niet roem.

Maar in het moment zijn. En gewoon springen. Gewoon gaan.

En niet denken. Als ik nu spring. Dan ben ik over zoveel tijd miljonair en multimiljonair.

Nee. Ik heb een keer een heel mooi gesprek gehad met iemand. Die overigens wel heel veel geld had.

En die zei tegen mij. Het was een heel groot terrein. Op Curaçao.

Een grote raffinaderij. Dat moet een stad worden. De raffinaderij is niet werkend meer.

Dat moet echt ooit een grote nieuwe stad worden. Toen zei ik tegen hem. Waarom doe je dat niet?

Dat is me ooit aangeboden. Voor 2,5 miljard. Gewoon die grond eigenlijk.

Hij zegt maar. Ik heb maar 550 miljoen. En ik ben te oud.

Jij moet het doen. Welke gedeelte van. Het kost 2,5 miljard.

Of toen destijds kostte het 2,5 miljard. Jij hebt maar 550 miljoen. Kom je bij Jan Dino.

Ik heb niet eens wisselgeld. Hij zegt maar. Je maakt je druk om de verkeerde dingen.

Hij zegt. Heb je 2,5 miljard? Nee.

Dan hoef je je daar niet druk om te maken. Je moet je druk maken. Wat zou je willen doen?

Wat is je plan? Ik zou een bepaalde stad willen hebben. En dit en dat.

Begin daaraan. Ik ben toen begonnen met praten. Met allerlei bedrijven.

Met mensen. Ik deed buurtonderzoek. Multinationals.

Dat heeft niet geleid tot. Het kopen van. Raffinadrijven staat er nog.

Maar wel het kopen van. Een heel ander stuk grond op Curaçao. Waar we nu onze park hebben.

Een aantal hectare grote terrein. Hoffiemango. Dat is eigenlijk wat ik wilde.

Dus soms is het. Je moet je niet focussen. Op geld.

Dat remt je. Ik heb het niet. Pas als ik dat heb.

Kan ik dat gaan doen. Je kan gewoon beginnen. Dit soort mensen inspireren mij.

[Gerhard te Velde] (13:37 – 13:39)

Welke rol heeft je vader gespeeld?

[Jandino Asporaat] (13:40 – 14:45)

Mijn vader heeft. Een rol gespeeld. Een rol van afwezigheid.

En tegelijkertijd. Heeft hij mij wel gevormd. Ook een beetje.

Door zijn afwezigheid. Mijn vader was niet in ons leven. Toen ik vier was.

Ik herinner me goed. Dat mijn vader vertrok. Wij gingen toen met mijn moeder wonen.

Mijn oma. En ik heb heel lang. Een.

Hoe noem je dat. Verlatingsangst gehad. Omdat mijn vader er niet was.

Drang naar validatie. Ik ga werken. Dat was aan de ene kant goed.

Zeg tegen mij nee. Dan ga ik het gewoon doen. Juist.

Heel hard werken. Om te bewijzen dat ik het wel waard ben. Gelukkig heb ik met mijn vader kunnen praten.

En zijn we tot een. Een punt gekomen. Waar wij elkaar begrijpen.

Vanuit waar we bewegen.

[Gerhard te Velde] (14:45 – 14:46)

Want hij leeft nog wel.

[Jandino Asporaat] (14:46 – 15:37)

Jazeker. Alleen de rol van vader. Dat zal hij nooit meer innemen.

Maar ik heb wel gezien. Door dit. Hoe ik het wel moet.

Proberen bij mijn kinderen. En vaderschap is. Een proces wat gaat.

Het is niet zo. Ik heb nu al mijn punten binnen gehaald. Het is klaar.

Je bent elke keer weer aan het leren. Je maakt elke keer weer fouten. Het is niet alleen het kind is aan het groeien.

Maar jij bent aan het groeien. En op je sterfbed. En wanneer je in je kist ligt.

Of je bent gekremeerd. Zullen ze zeggen. Dat was een hele goede vader.

Dan pas komen de verhalen. Naar boven. En mijn vader heeft mij.

Ook echt geleerd. Wat ik niet moet doen. Omdat hij het wel heeft gedaan.

[Gerhard te Velde] (15:38 – 15:45)

Ja. En denk je dat als hij er wel zou zijn geweest. Jij dan.

Minder succesvol zou zijn geweest.

[Jandino Asporaat] (15:47 – 19:55)

Nee. Ik denk dat ik. Meer van mezelf had gehouden.

Als hij er was geweest. Ik denk dat ik sowieso succesvol geweest zou zijn. Ik denk dat het eenmaal in mij zit.

Kijk als ik naar elke grote boom kijk. Alles wat. Alles wat die boom heeft.

Zit in dat kleine zaadje. Het is niet zo. Het zit er gewoon in dat kleine zaadje.

Om te groeien. Maar je moet goed grond hebben. Water en zon.

Dan geeft die boom. De juiste fruit of niet. Maar het is gewoon een sterke boom.

Ik denk als mijn vader er was geweest. Dat sowieso. Hoe moet ik het anders zeggen.

Zonder. Dat ik te veel in mezelf geloof. Over te komen.

Vanaf kleins. Heb ik al een. Een geloof in mezelf.

Ik ben gezegend. God heeft me hier gezet. Ik ga gewoon werken.

Het maakt niet uit wat je voor me zet. Ik ga er genoeg uren in stoppen. Ik maak er wat van.

Maar. Nu dat ik ouder ben. Ik heb de liefde van mijn vader.

Gewoon gemist. Omdat ik de liefde van mijn vader niet had. Niet precies wist wat dat was.

Heb ik ook. Toch iets te weinig van mezelf gehouden. En ik heb me ook heel vaak bezig gehouden.

Met allemaal andere randzaken. En allemaal andere dingen om me heen. Maar het was gewoon om niet naar mezelf te kijken.

En op een gegeven moment. Kom ik op mijn leeftijd dat je denkt. Ik had wel liefde verdiend.

En ik had dus. Ik had wel die vader nodig gehad. Die me had gebracht naar.

Ik had bijvoorbeeld een moment met mijn dochter. Niet zo lang geleden. Ik moest.

Spelen in België. Dus ik moest blijven slapen. En de volgende dag zou de kinderen al naar school zijn.

Dus moest ik spelen in Uden. Dus dan zou ik ook blijven slapen. En dan zou ik daarna naar Curaçao gaan voor een week.

En mijn dochter was echt van. Papa. Ik mis jou.

Dus ik had al gezegd. Donderdag ga ik met jou eten in de ochtend. Ik maak voor jou ontbijt.

En dan breng ik je naar school. En dan gaat papa naar Schiphol. Mijn dochter is nu tien.

Bijna elf. En op een gegeven moment. Krijg ik een appje van mijn vrouw.

En ze was gewoon heel verdrietig. En ze zei. Papa ik hou van jou.

Alsjeblieft als je thuis komt. Mij een kusje geeft op mijn voorhoofd. En zegt dat je van me houdt.

En ik had mijn vrouw al gebeld. Ik ben nu drie uur verwijderd. Ik zou eigenlijk blijven slapen in België.

Maar ik kom naar huis. En zij zegt tegen mij. Dat kind ligt echt te slapen als je thuis bent.

Dus je hoeft niet helemaal naar huis te komen. Ze is het in de ochtend alweer vergeten. Ik ben toch naar huis gegaan.

Dit is de reden. Toen ik in de ochtend kwam. Inderdaad was zij het vergeten.

Want ik kwam thuis en ik heb tegen haar gezegd. Ik hou van jou en ik heb een kusje gegeven. Het kind was echt helemaal in de volgende dimensie.

In de volgende ochtend. In de badkamer was het al vergeten. En ik zei.

Moefie, je hebt toch papa gevraagd om thuis te komen? Oh ja, je bent thuis. Ik zei ja, voor jou.

Nou, glimlach. Het kon niet breder. Ik had geen vader.

Om te kunnen zeggen. Op dat moment van papa. Rij voor mij naar huis.

Ik ben belangrijk genoeg voor jou. Om even jou rust te verstoren. En dat je drie uur naar huis komt rijden.

Ik had niet die mogelijkheid. Zolang mijn kinderen. Er is geen grotere zegen.

Dat jij gewoon zo simpel. Zo een brede lach. Op een kind hoofd kan toveren.

Er is geen grotere zegen dan dat. Dus daarom kom ik naar huis. Want ik weet wat dat betekent.

Ik weet nu dat ik dat had. Dat ik dat nodig had gehad. Dat wist ik niet.

Ik zal het nooit vragen. Ik ben toch niet belangrijk? Tuurlijk kom je niet naar huis voor mij.

Tuurlijk niet. En nu denk ik. Jawel.

Ik ben heel belangrijk. Als jij wil dat ik naar huis kom. Om jou een kusje te geven op je voorhoofd.

Dan kom ik naar huis om jou een kusje te geven op je voorhoofd. Jan Dino zou zeker weten. Dat het succesvol is geweest.

Maar het had een stukje mooier geweest. Als mijn vader was geweest.

[Gerhard te Velde] (19:56 – 20:30)

Achteraf weet je ook nooit. Hoe het gegaan zou zijn. Mijn moeder is overleden toen ik veertien was.

Mijn vader was altijd aan het werk. Misschien was er ook nooit. Daarom vroeg ik het ook bij jou.

Als je wat ouder wordt. Als je twintig bent. Dan ben je daar misschien niet mee bezig.

Maar als je veertig gepasseerd bent. Dan ga je soms meer nadenken. Waarom doe ik nou wat ik doe?

Waarom ben ik zo hard aan het rennen? Waarom ben ik iedere keer bezig om mezelf te bewijzen? Bij mij zat het bijvoorbeeld in onzichtbaarheid.

Ik kom uit een groot gezin. Zeven kinderen. Ik was nummertje vijf.

De eerste krijgt alle aandacht.

[Jandino Asporaat] (20:30 – 20:32)

De tweede al iets minder.

[Gerhard te Velde] (20:32 – 21:41)

De derde nog minder. Mijn vader was ook altijd aan het werk. Hij was dominee.

Op zijn studeerkamer. Op de preekstoel. Hij was er nog nooit.

Mijn moeder was wel altijd aanwezig. Een van mijn drijfveren in het leven. Is laten zien dat ik het toe doe.

En als je dan daar een beetje over nadenkt. Dan denk je eigenlijk heel triest. Natuurlijk doe ik het toe.

Maar toch. Dus daarom vind ik het heel interessant bij ondernemers om daar met zijn over na te denken. En ik hoop ook dat er heel veel ondernemers zijn die zich wat bewuster worden van waarom doe ik wat ik doe?

Ben ik alleen maar achter die doelen aan het aanrennen? Dat jij ook zegt van miljonair worden. Stiekem wil ik dat nog steeds.

Dus dat is ook nog een verschil. Tussen weten en het echt voelen. Dus je weet dat je niet gelukkig wordt.

Met heel veel miljoenen. Dus heb jij nog van die dat je wel weet dat je eigenlijk bepaald gedrag niet moet doen, maar dat je het stiekem toch nog steeds doet. Heb je nog wat sporen van dat trauma die steeds weer boven komen?

[Jandino Asporaat] (21:43 – 22:27)

Ja, ik vind het mega interessant als jij eigenlijk zegt stiekem wil ik ook nog miljonair worden. Dan ben ik heel benieuwd wat jij dan denkt. Dat dat dan is.

Als je eenmaal die ene deur bent gepasseerd. Dus ik ben heel geïnteresseerd wat het is. Ik heb ooit een keer een screenshot gemaakt van mijn bankrekening.

Toen ik eenmaal een bepaalde cijfer had gehaald. Ik maakte een screenshot en ik ben nu. Want ik dacht dat ja, en ik kijk en ik ben er.

En ik keek en dacht ik nou. Ik dacht dat iets zou komen.

[Gerhard te Velde] (22:28 – 22:28)

Magisch.

[Jandino Asporaat] (22:29 – 23:40)

Nee, nee, nee. Er gebeurt helemaal niks. Stel je voor je zou, ik weet niet, valuta’s, ik weet niet, maar ik denk stel je voor roepjes.

Ik weet niet of roepjes nog bestaan ofzo. Stel je voor je zou je bedrag transferen naar roepjes en al je euro’s verkopen en roepjes inkopen. Dan ben je ook een miljonair.

Zelf een plek op de wereld waar jij miljonair bent. Als je het even meeneemt naar Bali. Als je daar ooit ben geweest.

In ieder geval naar een bepaalde plek in Azië. Waarbij mensen zeggen ja jezus mijn geld is zoveel waard. Wat is wat mensen eigenlijk vaak over praten?

Gewoon zoveel eten. Natuur. Het is nooit, sommige mensen hebben dan zeg maar een mooi huis, maar het is geen paleis.

Het is gewoon een mooi huis. Wat je hier ook eigenlijk kan hebben. Wij zijn op zoek naar geluksmomenten.

En wij denken vaak, oh als je eenmaal die miljoen hebt, ja maar dan krijg ik dat. Die gaat je niks geven.

[Gerhard te Velde] (23:40 – 24:05)

Preach it to the youngsters. Want jij bent ook belotgenoot geweest. En die hebben een doelgroep.

Daar zitten dus allemaal van die 16, 18, 20 jarige gastjes. Dus ik zit al op het bewustzijnsniveau. Zonder arrogant te willen zijn.

Ik weet dat het me niet gelukkig gaat maken. Toch stiekem droom ik nog een beetje. Maar er zijn dus ook mensen die die dromen, die willen maar één ding en dat is het.

Crypto miljonair worden.

[Jandino Asporaat] (24:06 – 24:29)

Ik heb geen crypto. Ik snap er ook niks van. Ik heb ook niet ik probeer eigenlijk alleen maar te bemoeien met dingen die ik snap.

Dat is wat ik doe en daar heb ik nog controle even over. Niks te nadelen van anderen. voor mij vaak is het een soort van een gokken.

Ik heb ooit één keer in een gokautomaat een Rijksdaalder ingestopt. Voor de jongeren onder ons is dat soms 2,50.

[Gerhard te Velde] (24:29 – 24:30)

Dat is 1,13 euro.

[Jandino Asporaat] (24:32 – 27:14)

Een Rijksdaalder. Ik heb er niks uit gekregen. Ik heb nog steeds spijt dat ik in Spitshagen in de snackbar, bestaat niet meer.

Er zit nu iemand anders daarin. Maar Spitshagen is een snackbar en automatisch mijn Rijksdaalder ingestopt. Dat is gokken.

Ik koop geen lols. Wat doe je? Je hoopt en dan.

En dan heb je dat geld. Je wordt niet gelukkig daarmee. Wat ik probeer te doen, want we doen heel veel met jongeren praten over scholen, jeugdinstellingen en zo.

Ik probeer altijd bij iemand te komen van wat is dan wat je denkt. Oké, die miljoen. Wat gaan we daarmee dan doen?

Wat doen we dan daarmee? En heel vaak zie je dat mensen die dat willen, op zoek naar geluk. Wij zijn bijvoorbeeld uiteindelijk, wij willen vrijheid.

Ik koop een heel groot huis. Uiteindelijk, hek om ons heen. Hele dure spullen moeten beschermd worden.

En je bent dit aan het doen. Oh, dat ik het niet kwijt raak. Eigenlijk moet je loslaten.

En die naam wat ik ooit heb gekregen van filantroop of uitkering basis. Meest wat wij doen is eigenlijk ondernemen en proberen kansen te creëren. En als ik aan het ondernemen ben, denk ik, is het goed voor de kleinkinderen van mijn kleinkinderen?

Ja, oké. Dan doen we het. That’s it.

Ik had ook de artiest kunnen zijn. Want ik heb heel veel succes gehad. En al het geld zeg maar in Dino kunnen stoppen.

Dan heb ik vijf auto’s. Een grote, dikke, dikke huis. Ik heb een heel mooi huis.

Ik heb eigenlijk op Curaçao nog steeds geen huis. We hebben terreinen, we hebben parken en ondernemingen en zo. Maar eigenlijk niet eens een huis.

Omdat ik denk, ja, ik kan overal blijven slapen. Het is eigenlijk oké. Dus daarom vind ik het heel interessant.

Ik ook. Ik denk, oh, nog een beter voorbeeld. Ik dacht, als ik later groot word en ik krijg middelen, dan wat ik doe is een vleugel.

Dat moet ik hebben. Ik moet een grote vleugel hebben. En ik ging altijd naar de bibliotheek en ik kan niet piano spelen, dus ik ging naar de bibliotheek.

Ik ging altijd piano en dan genoot ik van het feit dat ik kon spelen. Op een gegeven moment had ik mijn eerste show en ik had geld en ik heb een hele mooie, grote vleugel gekocht. En Shirley zei nog tegen mij, mijn vrouw, zei, ja, het past echt niet in ons huis.

Een hele mooie, klein bungalowtje in Ridderkerk. En ik zei wel, het past wel. En ik heb het gekocht en ik ging gewoon elke keer, nog elke dag kwam ik weer daar.

Ik ging gewoon spelen op dat ding, want dat doet dan drie weken voordat ze het hebben afgestemd. En dan met transport dat het in je huis komt. Ja, dat komt.

En ja, Shirley had helemaal gelijk, het past helemaal niet in ons huis. Het was veel te groot, maar ik moest laten zien dat ik, I made it.

[Gerhard te Velde] (27:15 – 27:15)

Hoe oud was je toen?

[Jandino Asporaat] (27:16 – 27:24)

Toen ik de vleugel kocht, denk ik dat ik 27 was of zo. Ja.

[Gerhard te Velde] (27:24 – 27:27)

Maar dat is misschien ook in een fase waarin je nog veel meer van dat ego had.

[Jandino Asporaat] (27:27 – 31:25)

Oh ja, ja. Het was een en al ego was dat. En toen kwam de vleugel in huis.

Ik denk misschien drie dagen. En daarna liep ik steeds langs de vleugel. En dat deed niks.

Het gaat om, geluk is niet te koop. Ik ben onderweg naar geluk. Het is steeds iets wat voor je ligt.

Ik ambitieer vrij zijn. Ik snap het. Ik kijk als ik praat met jongeren en dan denk ik, ik wil het eigenlijk bijna zeggen, kom eens hier aan deze kant.

Maar je moet er zijn. Je moet het ervaren. Dan denk je, oh maar wacht even.

En nu, bijvoorbeeld, dan stonden we van de week in de Ziggo Dome. En dan ging ik gewoon heel even rondlopen. En dan ging ik even eten, koffertje doen, gewoon.

En dan was ik gewoon aan het genieten van de mensen die rondliepen. En dan vanavond stonden we dan in de Ziggo Dome voor 15.000 man. En dan zie je mensen echt kijken, maar moet je niet…

Jandina, wat zit je hier te doen? Gewoon eten. Moet je niet…

Ik zeg, maar wat dan? Wat moet ik dan doen? Vanavond een show.

En nu ben ik gewoon aan het genieten. Gewoon dit. De wereld maakt ons gek.

De wereld, zeg maar, heeft een idee dat wij allemaal heel veel moeten hebben. Jouw doel om te werken, toe naar zeg maar die miljoen, die is eigenlijk goed. Maar die heeft nog een klein beetje uitleg nodig.

Dus stel je voor, jij zegt, ik ga koelkasten verkopen. Of ik wil met… Je bent gek op auto’s of wortels.

En met dit, dan ga ik een miljoen meemaken. Dan is het namelijk logisch, want de passie zit namelijk in al die wortels. En je komt binnen en kijk, al die wortels groeien.

En het brengt geld binnen. Maar wat je merkt is dat de afgelopen tijd, wij streven naar… Ja, maar ik hoor er nu ook bij, want ik heb nu ook een miljoen.

En dan denk je, en dan kom je achter, de eenzaamste mensen die ik heb meegemaakt, zijn mensen met alleen maar geld. Dat is een ongelooflijke eenzaam ding. Dus, nee.

Ja. En jouw vraag net was, wat zijn de dingen die ik nog steeds zeg maar doe, waar ik weet dat het niet goed is. Kijk, soms ben je ook op zoek naar validatie.

Maar het is ook een beetje een menselijk ding. Waar ik een beetje voor het programma nog tegen jou zei, waar ik veel beter de afgelopen twee jaar in ben, is gewoon een aantal dingen laten gaan. Dus niet altijd maar iemand hebben die rijdt.

En dat deed ik omdat ik negen afspraken op verschillende locaties heb per dag. Misschien moet je niet negen afspraken hebben, misschien moet je er maar vier hebben. Waardoor je wel even zelf kan rijden.

Naar het theater heb je iemand die rijdt, maar voor de rest heb je dit. Niet twee assistentes. Niet een stylist.

Want dat vind je zelf leuk om te doen. Ik vind het zelf leuk om mijn kleren te kopen. Ik vroeger, ging ik in de ochtend, wanneer de winkels net open waren, was ik in mijn eentje kleren aan het kopen.

En vooral met aanbiedingen. Heerlijk. Dus die validatie, hoe ouder je wordt, dat je denkt, het is niet zo nodig.

En ik snap nogmaals, ik zie die jongeren, ik zie die voetballers, ik zie dat, ik zie jongeren die willen lijken op de voetballers. En dan zie je op een gegeven moment wat ouderen voetballers die denken, oh wacht even, dit was toen. Maar iedereen zegt ook tegen jou, als jij gaat boodschappen, als ik boodschappen doe, en ik ben in de Lidl of in de Aldi, dan zeggen mensen, wat doe je hier?

Boodschappen doen. Moet je niet naar Albert Heijn? Waarom?

Ik kan prima van toe naar Albert Heijn, maar als ik weet dat de tomaten hier goedkoper zijn, dan ga ik hier tomaten kopen. Maar de perceptie, want mensen denken, als je eenmaal daar bent, dan moet je satijn, dan moet je dit, dan moet je dat.

[Gerhard te Velde] (31:27 – 32:08)

Zou het geloof een oplossing zijn? Dat hoor ik ook in andere interviews terug. Ik ben zelf heel christelijk opgevoed, en wat ik helemaal meegemaakt heb, is de leeggelopen van de kerken.

Vroeger was het gewoon duidelijk, je geloofde in een god, of dat nou dan de protestant of katholiek, maar je had in ieder geval een houvast. En nu, daar is het consumentisme misschien ook een beetje voor in de plek gekomen. Dus in plaats van dat je duidelijkheid hebt in een geloof, of in god, is het misschien ook wel interessant om van jou te horen hoe je persoonlijk gelooft, zeg maar.

Hoe jouw band met god is.

[Jandino Asporaat] (32:09 – 34:56)

Nou, ik heb meteen eigenlijk, nee, op een gegeven moment heb ik een directe band, zeg maar, established met god. Ik heb de tussenmannetjes en vrouwtjes eruit gehaald. Ik denk dat het allergrootste probleem van alle kerken en van het geloof is, is dat de mens zich belangrijker heeft gemaakt dan ze eigenlijk zijn.

Via mij kan je praten met god. Ik versta de taal van god en ik vertaal het. Ik ben tolk.

Er is geen grotere gevaar voor het geloof dan de mens. En ik heb, ik heb verschillende kerken, ben ik, waren we lid van de Pinkstergemeente, Adventist. Verschillende kerken zijn we eigenlijk geweest vanaf klein.

Het is eigenlijk super gelovig. Maar wat ik op een gegeven moment merkte, wat mensen de dubbele agenda’s en wie zit waar, vooraan in de kerk, en hoe belangrijker je bent, hoe dichter jij tot god staat. Wij het allemaal af van god uiteindelijk.

Ik bid, ik praat. Ik bid eigenlijk. Ik praat met god, denk ik, een stuk of 35 keer per dag, met alles.

Als er iets gebeurt, denk ik, moet ik dit doen? Wat is de reden? Als iets fout is gegaan, welke les moet ik leren god?

Oké, dit. Dus alles, als je bijvoorbeeld onze park bezoekt, in Curaçao, is eigenlijk paradijs. Dus ik denk, zo zal de paradijs er uit hebben gezien.

En alles heeft een verwijzing naar de Bijbel. Naar het woord van god. Maar ik ben ook iemand, in de afgelopen jaren, dat ik ook heb gezien dat het oké is om af en toe vragen te stellen.

De Bijbel is geschreven door mensen. Zoals alle andere boeken. En dingen lijken dan wel ontiegelijk veel op elkaar.

En iedereen zegt, ik weet het. Ik ben de waarheid. En nee, maar mij geloven.

Jullie gaan maar naar de hel. Mij geloof ik. En ze geloven het ook allemaal.

Waar komt die arrogantie vandaan? Dus, ik zeg, ik weet het niet. Ik heb geen enkel idee.

Het enige wat ik doe is, ik heb het gesprek met god. Ik vraag god om mij te leiden in de keuzes die ik maak. En ik probeer te leven in mijn waarheid.

Ik ben een mens die fouten maakt. En ik leer daarvan. En ik groei.

Als ik tegen jou zeg, ik doe het voor de kleinkinderen van mijn kleinkinderen. Nou, ik denk dat alles wat god heeft gedaan, heeft hij gedaan voor zijn kinderen. Zo probeer ik te denken.

Ik ben het niet altijd eens. Er zijn nu bijvoorbeeld een aantal dingen aan het gebeuren in de naam van god, waar ik heel veel moeite mee heb.

[Gerhard te Velde] (34:56 – 34:56)

Heb je een voorbeeld?

[Jandino Asporaat] (34:57 – 36:46)

Ja, het innemen van een land. Dus, dat ik kan niet. Als ik nu kijk naar de Gaza situatie, de Israel Gaza situatie.

En als jij bij mij kan komen. Het staat hier in het boek. Dit is mijn land.

En dat land. En bloed. Kinderen.

Vrouwen. Mannen. Mensen.

Worden vermoord. Dingen worden vernietigd. En je kan daar zitten.

Omdat jij bent uitgekozen. En je kan me niet misselijker maken dan dat. Of jezelf opblazen.

En zeggen van, ik krijg als beloning zoveel maagden. Of kinderen op een bepaalde manier verminken. Omdat het ergens.

Weet je jongens. Tuurlijk. Doen jullie maar wat jullie allemaal willen.

Vanuit daar. Maar, ik heb mijn eigen relatie met god. En ik vind het moeilijker.

Ik geloof niet minder in god. Maar ik heb moeite met de mens. De aard van de mens.

Die vind ik heel erg. En dat vind ik. Ik denk dat dat het allergrootste gevaar is.

Voor het geloof. Dat de mensen zichzelf belangrijker hebben gemaakt. Zeg maar.

Naar god toe. En de stap naar god toe. Er hoeft geen enkele mens daartussen zitten.

Sluit je oog. Open je hart. En je hebt het gesprek met god.

Want god zit in jou. That’s it. Ik heb geen priester.

Geen Rabbi. Of wat dan ook. En dat vind ik nodig.

Om het gesprek te voeren. Met god. Echt niet.

[Gerhard te Velde] (36:47 – 36:50)

En wat zegt god dan over geld verdienen? En over miljonair worden?

[Jandino Asporaat] (36:51 – 39:29)

Nou, ik denk dat dat dat het is. Dat het niet er toe doet. En je bent hier om te creëren.

Dus als jij praat over een imperium. En ze zeggen van. We zijn een imperium aan het creëren.

Je bent eigenlijk een community aan het creëren. Iets wat sustainable is voor de kinderen van je kleinkinderen. Dat is het eigenlijk.

En daarbij heb je een betaalmiddel nodig. Of het nou diensten zijn. Of ik je nou een stukje vlees geef.

Jij geeft me een stukje kaas. En ik geef je een stukje huid. En jij geeft me een stukje brood.

Of het nou dat ding wat we hebben gezegd. Dat is papier. En dat heeft waarden.

Of steentjes. Dat maakt niet uit. Dat boeit niet.

Als je nu kijkt naar hoe wij eigenlijk aan het ondernemen zijn. Wat wij nu aan het zetten zijn. Is dat.

We zijn eigenlijk communities aan het bouwen. Die droom van een nieuwe stad. Kom daar vandaan.

Ergens een plek creëren waar het eerlijker is voor iedereen. That’s it. Dus.

Bij mij hoef je ook niet met geld. En wat hebben wij. Ik heb niet eens een idee.

Ik heb eigenlijk geen idee. Ik maak me ook niet druk. Het is oké als het fout gaat.

God laat me zien hoe het moet. En let’s go. We komen daar waar we moeten zijn.

Dus nee. Ik. Het is een concept dat dat geldt.

En nogmaals. Ik begrijp er te weinig van om dat daarover te oordelen. Maar.

Waarom ik denk dat mensen het ook niet begrijpen is. Ik weet toen Jeff Bezos stopte dat er een. Op Twitter.

Hij stopte met 150 miljard. Zijn waarde. En dat mensen op Twitter zeiden.

Hoezo stopt hij? Weet hij niet hoeveel hij meer nog kon pakken? En denk ik.

Je hebt geen idee wat. 1 miljard is. Hij heeft 150.

Bro. Dus wij hebben geen. Het is graaien, graaien, graaien.

Dus nee. Ik denk dat God. Brecht dat niet.

Rente weg. Dat hele gedoe. Gewoon weg.

Allemaal. Maar gewoon op een eerlijkere systeem. En jij mag heel veel hebben.

Als jij hard werkt. Je mag heel veel hebben. En jij bent niet verantwoordelijk voor mij.

Alleen voor je eigen ziel. Zou ik het jou gunnen? Dat jij andere mensen ook kunt.

Je hebt mensen die alles eraan doen om alleen maar rijk te zijn. Alleen maar. Maar ik denk.

Weet je. Het is toch fijn dat jij gewoon anderen kan helpen. Nou.

Doe dat. En help jezelf ook. Prima.

[Gerhard te Velde] (39:30 – 40:06)

Ik moest even aan Trump. Je begon over Amerikaanse miljardairs. Jeff Bezos.

Maar toen dacht ik ook meteen aan Trump. Ik dacht aan Elon Musk. En zo zijn er natuurlijk nog heel veel anderen.

Ja. Die alleen maar met zichzelf bezig zijn. Dus.

Ik ben ook opgevoed met goed en kwaad. Dus je hebt zeg maar het licht. En je hebt de donkere kracht.

En die vechten met elkaar. Dus je hebt goed en kwaad. En.

Ja. Natuurlijk zijn er grijfstinten. Maar ik geloof wel degelijk dat ook als ondernemer dat je moet strijden voor liefde.

Voor licht. Voor goede dingen.

[Jandino Asporaat] (40:07 – 40:07)

Ja.

[Gerhard te Velde] (40:08 – 40:26)

En zo’n Trump. Die is echt alleen maar met zichzelf bezig. En dat geldt natuurlijk ook voor heel veel anderen.

Die zijn alleen maar ik, ik, ik. En wat ik zo mooi aan jou vind. En wat jij vertelt over jullie familie.

Ja. Voor mij zit je meer aan de kant van het licht. Dus helemaal niet bij zich met nog harken, harken, nog meer, nog meer, nog meer.

[Jandino Asporaat] (40:26 – 44:16)

Ja. Kijk, wij vinden het zeg maar zeker vanuit de familie. Wij vinden ondernemen, vinden we leuk.

En ik geloof echt dat God, dat dat de bedoeling is van de mens. Dat je gaat creëren. Dat je buiten komt.

Daarom zijn we trots op de opleiding. Dus de opleiding, bijvoorbeeld kinderen vanaf tien jaar leren gewoon ondernemen met lokale producten. Nou, wat hebben we?

We zijn ooit begonnen met mango. En dan mochten de kinderen beslissen. Nou, mango jam gaan we maken.

Oké. Dan komt de professional, mango jam. Ze moeten wel uit gaan rekenen.

Hoeveel kost alles? De potjes, om erin, conserveringsmiddelen, om de mango jam goed te behouden. Hoe ga je dat doen?

Nou, ja, dan moet er, moet het nog verkocht worden. Hoeveel gaat het kosten? Moeten ze zelf uit rekenen.

Wel met hulp. Gaan ze nadenken. Oké.

Prima. Vervolgens moet verkocht worden. Waar gaan we het verkopen?

Ik weet nog dat één kindje zei, het kost uiteindelijk 15 gulden in totaal. Dat is dan 7,5 euro. Maar één kindje zei, ja, maar dat kan niet.

Niemand gaat het kopen. En toen zei een andere kindje, weet ik nog, zei, ja, doen we 14,99. Dacht ik, oké, jij begint nu, zeg maar na te denken als een ondernemer.

Maar dan, alles werd, ze hebben alles verkocht. En toen begonnen ze te leren van, oh, wacht even, oké, om me heen zijn er de spullen wat ik transformeren kan naar iets anders van waarde. En waarom betalen mensen, zeg maar, 15 gulden ervoor, of 45, is mijn tijd.

Die heeft ook waarde. En zij worden blij en ik word blij. Want op Curaçao bijvoorbeeld, wij importeren 95% van alle goederen.

Dat is krankzinnig. Dat is ongelooflijk slecht voor je economie. Maar de leiders die wij nu hebben, kijk, wij zijn op zoek naar leiders buiten ons, de hele tijd.

En je moet eigenlijk op zoek naar de leiderschap in jou. Want wat het is, is dat we de hele tijd zeggen, ja, maar Schoof moet wat zeggen. Wij kunnen ook wat zeggen.

Wij kunnen op elke moment van de dag kunnen wij zeggen van, hé, maar wat daar nu aan het gebeuren is, Je hebt het nu over Gaza? Ja, ja, ja, krankzinnig. Je kan het zeggen, maar als wij het zeggen, dan betekent het dat we toe moeten geven dat we een onderdeel zijn van het probleem.

Als je kijkt naar het continent Afrika, als je kijkt naar sommige dingen moeten arm blijven zodat wij rijk blijven. Dat is eigenlijk het probleem. Dus als wij zouden zeggen, nou oké, met z’n allen doen we iets minder, zodat anderen ook kunnen profiteren van hun eigen goederen, ja, maar dat doen we niet.

Dus wij kunnen niet boos zijn op een Elon Musk en wel bepaalde goederen willen hebben. We kunnen niet boos zijn op Apple en allemaal iPhone hebben. We kunnen niet boos zijn op wat er gebeurt, zeg maar, met die kinderarbeid en bepaalde kledingstukken zeg maar dragen.

Dus het betekent dat je verantwoordelijkheid moet nemen, ook voor de problemen. En kijken, oké, maar hoe dragen we bij? Hoe kunnen wij, wat, wat, wat, ja, wat doen we?

En je merkt is dat we gewoon dit doen en op zoek zijn naar een leider. Trump, je kan heel veel zeggen over Trump, maar hij is een opportunist. En hij is er heel trots op.

Hij zegt het gewoon. Hij is nog eerlijker dan bijna al die anderen die, zeg maar, heel mooi voorkomen. Want ze hebben allemaal dingen over hem gezegd toen hij weer eruit was en toen hij weer erin was.

Kiss ass, brown nosing, et cetera. Ja, maar dat is het. Ik denk dat we gewoon veel meer even, los van naar buiten, even terug naar binnen.

Dat is met het geloof. Haal al de middelmen weg en zelf ook even naar binnen gaan, ook met ondernemen. Gewoon even terug naar binnen.

Wat zegt je eigen kompas? Haal alle ruis eigenlijk weg. Luister naar die innerlijke stem.

Intuïtie klopt altijd. Je weet het. En laat dat, laat dat jou leiden.

Ja.

[Gerhard te Velde] (44:17 – 45:35)

Mooi. Ik denk dat jij echt een visionair bent. Ik weet niet of je die term zelf al eens gebruikt, maar ik heb nu bijna 350 ondernemers geïnterviewd.

Op een gegeven moment ga je een beetje een soort rode draad ontdekken. Ik heb een theorie dat de meest succesvolle ondernemers, dus die echt iets groots hebben neergezet, die hebben twee dingen. Die hebben één visie, een heel helder beeld van de toekomst, en twee hebben ze zakelijkheid of ik noem het ook wel realisme.

Dus ze weten ook van oké, als ik echt daar wil komen, die moonshot, dan moet ik wel vandaag ook deze acties ondernemen. Dus stel dat je alleen maar droomt, maar je komt niet in een actie of je weet niet wat je moet gaan doen, dan kom je er niet. En als je alleen maar in het hier en nu bent, dan ben je de hele tijd een soort van rondjes aan het rennen.

Dus je hebt geen stip op de horizon. Mijn theorie over jou is dat jij in ieder geval die visie dat dat heel erg bij jou hoort, en zakelijkheid misschien ietsje minder. Want bij zakelijkheid zitten er ook mensen bij die echt door geld gedreven zijn, en dat hoor ik bij jou eigenlijk niet echt terug.

Ik hoorde ook iets over je broer Kenneth, die heeft ook een rol. Misschien is hij ook meer op de centen, zeg maar.

[Jandino Asporaat] (45:35 – 45:51)

Kenneth is degene die alles rekent. Hij is de CEO van ons bedrijf. Dus dat heb ik heerlijk bij hem gelaten.

Ik snap precies hoe het werkt. Geld beïnvloedt mijn creativiteit.

[Gerhard te Velde] (45:52 – 45:54)

In een negatieve zin bedoel je? Ja.

[Jandino Asporaat] (45:56 – 49:40)

Dus ik wil geen nee horen. Dus ik kom eerst met een plan. En daarna gaan we kijken hoe we het gaan doen.

Als ik al weet van tevoren, dit kost zoveel geld, dit kan niet, want dan heb ik het al uitgerekend, dan beïnvloedt het mijn creativiteit. Als ik een film aan het maken ben, dan wil ik van niemand iets horen. Ik kom met allemaal scènes, en als ik het helemaal heb uitgeschreven, dan pas gaan we kijken wat wel kan of niet kan.

Maar als ik van tevoren al dat heb, dus daarom vind ik dat geldgedeelte niet interessant om niet vanuit die gedachte te werken. En je ziet ook bijvoorbeeld het verhaal wat ik je aan het begin vertelde, waarbij ik naar de Raffinadierij keek, en ik dacht dit kost 2,5 miljard, wat hij zei. Ik dacht, waarom doe je dat niet, want jij bent een succesvolle ondernemer, en hij draaide het om.

Hij dacht, jij moet het doen. Ik heb geen 2,5 miljard, precies. Dus waarom maak je druk over 2,5 miljard?

Doe dat niet. Wat wil je doen? Ik wil een hele mooie stad hebben.

Een stad wat eerlijk is. En dan ga je zeg maar zonder… Het is dromen met je oog open.

Je gaat wel actie ondernemen, maar op een gegeven moment moet er een punt komen dat je gaat handelen. Ik zou never nooit zijn gekomen waar ik nu ben, als ik ten alle tijde logica had toegepast. Want logisch gewijs, had ik niet moeten zijn waar ik nu zit.

Bepaalde deuren hadden helemaal niet open moeten zijn. Maar als iets van, ik ga deze deur niet openen, ik maak mijn eigen gebouw. Fuck de deuren, ik creëer het dan wel.

En ze zeggen weleens van, creëer je, of proberen we niet te komen aan tafel. Nee, dan maken we onze eigen tafel. Ja, dat is wel mijn geloof.

En waarbij Kenneth, en dat kan ik bijvoorbeeld wel delen. Ik weet nog toen wij Hoffiemangel gingen kopen. Ik kwam daar binnen, want wij zochten eigenlijk landbouwgrond.

Voor een landbouw opleiding op Curaçao. Dat eten ongetiegelijk duur is. En ik zei op een gegeven moment, ik brouwde Kenneth, ik zeg joh, check voor mij grond, en ik vlieg over vier dagen naar Curaçao en dan koop ik een stuk grond en gaan we gewoon een opleiding starten.

En voor mij is het zo logisch als wat. Mensen die opleiding starten, landbouw opleiding, maar je bent maar geen boer. Ja, en dat remt mij niet.

Het eten is duur, wij zijn te veel aan het importeren, en we hebben een negatieve beeld bij landbouw. Het heeft heel vaak te maken met slavernij, dat gaan we niet meer doen. Dan denk ik nee, nee, nee.

Ik moet het beeld, wat heb ik nodig? Een school. Wat heb ik nodig?

Landbouwgrond. En we gaan zelf produceren. Het groeit daar, we hebben regen, we hebben zon, dus het kan.

Wij komen uiteindelijk op een megaterrein uit, en we komen binnen, en ik ben echt een gast van energie, en ik voel, ik loop denk ik daar vier minuten, en een stem zegt, en ik denk nog steeds dat de stem van God zegt tegen mij, Koop dit grond, het wordt een nationaal park. Die dag zeg ik tegen Kenneth, nou nee, is dat maar dat. Dan lopen we, kwamen we in een mango bos.

1100 mango bomen, 300 jaar oud. Je weet niet wat je ziet, hoe mooi die hoffiemango is. Nou, de verscheidenheid van vloer en fauna, en op een gegeven moment zeg ik tegen Kenneth, bro, dit gaan we kopen, en het wordt een nationaal park.

Nou, Kenneth, dus van het geld, zegt, return on investment. Rooskie, dit is helemaal een andere kant van Curaçao, het zijn hier geen toeristen, Curaçao en natuur, dat is niet waar het bekend om staat, laten we over nadenken. Ik zeg, nee, nee, nee, nee.

Want als we over nadenken, komt iemand anders, die koopt, en ik hoorde net God tegen mij praten. Ik zei niet eens zo, maar ik hoorde die stem.

[Gerhard te Velde] (49:40 – 49:42)

Die kaart kan je natuurlijk altijd trekken. Het moest van God.

[Jandino Asporaat] (49:42 – 49:51)

Ja, ja, ja, nee, nee, maar ik kon het niet zo zeggen. Wij hebben een discussie gehad, tot tranen toe. Want hij had zoiets van, ik ben de CEO van het bedrijf.

[Gerhard te Velde] (49:52 – 49:54)

Het gaat ook over macht of…

[Jandino Asporaat] (49:54 – 52:02)

Nee, maar het gaat over hele, kijk, wat ik wel heb gedaan in ons bedrijf, in ons familiebedrijf, heel duidelijk, zeg maar, regels gesteld, is een voetbalteam. Dus speel je positie. Als jij coach bent, of speelt of linksbuiten van hem ook, weet je wel, rechtsbuiten, dan is dat je positie.

Maar op dat moment voelde het zo sterk om te zeggen, van oké, kopen van dit enorme grond gaat financiële risico’s meebrengen. Dat moet hij lopen oplossen, want ik kom nou leuk binnen en ik zeg, we kopen dit gewoon. Dit is mijn droom.

Ja, ja, ja, zo. Maar het klopte. We kopen het.

Uiteindelijk, prima. En zes jaar later, en dat is met, ik denk, twee maanden geleden, stuurt Kenneth mij een app. Een hele lieve app.

Gewoon bedanken en van elkaar houden en zo. Maar vooral bedanken voor de visie. En dat ik op dat moment durfde te springen.

Want op dit moment, toen we het eenmaal kochten, pas later kwamen we achter de oudste distillerij van Curaçao stond erop, hebben we helemaal weer opgebouwd. Museum, hebben we twee restaurants erop. We gaan een resort, ook nog een ander gedeelte bouwen.

Niet op het park zelf, maar een ander gedeelte. Maar er is een heel business uitgekomen uit dat ding, wat niet de bedoeling was. Dus wij keken niet naar geld.

Op dat moment keek je naar van oké, maar als ik hier een nationale park creëer, dan begint het ecosysteem waar ik van droom. Waarbij we zelf gaan planten. Maar niet alleen planten.

Dat je een toerisme hebt, waarbij je mensen gewoon komen kijken naar beekjes die lopen. Ik kan met de ziekenhuizen praten over wellness toerisme. Dat je gewoon wanneer je gaat revalideren zeg maar in het park, dat doet zoveel goed.

Maar dat hoorde ik allemaal, wanneer ik op het park liep. Dan zeg je ja, hij hoort stemmen. Dan heb ik heel veel stemmetjes in mijn hoofd.

Maar voor mijn gevoel is dat een directe lijn eigenlijk met God. Dus als ik zakelijk had gedacht, dan had ik never nooit het park kunnen kopen, omdat het niet meteen dat return on investment heeft gebracht.

[Gerhard te Velde] (52:02 – 52:17)

Ben jij ook bewust van dat visionaire stuk? Want dat is echt niet iets wat heel veel ondernemers hebben. Of niet iedereen heeft, laat ik het zo zeggen.

Hoe bewuster je bent, hoe meer je het nog zou kunnen gaan inzetten.

[Jandino Asporaat] (52:17 – 53:16)

Ik zeg, soms maken we keuzes in het bedrijf, waarbij we weten over honderd jaar, en dan hopelijk hebben de kinderen, de kleinkinderen van onze kleinkinderen, de stappen gevolgd, wat wij hebben in onze statuut staan. Maar over honderd jaar, zullen ze daarvan profiteren. Want dat heb je ook.

Sommige wetten en dingen die zijn bedacht door overgrootopa, dan denken we, nou kunnen de kleinkinderen nu floreren en dan kunnen ze daarop bouwen. Dus zeker, maar er is echt een doel, en de lijn is super simpel. Alles wat we doen, is voor de kleinkinderen van onze kleinkinderen.

En niet, hoe kan ik naar de dikste Ferrari nu rijden, en nog eentje, en nog eentje, en feestjes, en de dikste horloges. Ik heb een horloge gekregen die ik van een fan heb, maar het loopt niet eens. Maar ik vind het mooi.

Ik vind het wel leuk dat hij me heeft gegeven. Dus de rest boeit niet.

[Gerhard te Velde] (53:17 – 53:40)

Nog even over FC Kip, want dat was eigenlijk in die zin het meest ondernemende wat jij doet. De rest is natuurlijk ook ondernemend, maar dat aan de buitenkant zie je veel meer de artiest, de creator, de creative. Maar dat FC Kip, dat snapt ook elke ondernemer.

Dat is een restaurant, dat is een business. Wil je daar nog eens wat over vertellen? Waar je staat, en misschien ook waar je naartoe gaat.

[Jandino Asporaat] (53:41 – 55:35)

Ja, nou eigenlijk is dat Begin waar je wil beginnen. Ja, dat is eigenlijk ook weer God. Of je nou gelooft.

Laten we zeggen universum, voor andere mensen die dan niet geloven in God en zo. Het is die stem. En je krijgt een situatie, en daarbij beslis jij wat je haalt uit de situatie.

Je kan zeggen het is een negatieve situatie, of leer ik iets van. Wij bestellen kip met Kenneth, en hij bestelt spicy kip, en hij krijgt original. Hij gaat terug, ik heb spicy besteld, zei hij tegen die vrouw.

Die vrouw zegt, kip is kip. Ik kijk ernaar, en ik ben meteen totaal helemaal erin geslurt, helemaal zo. Ik zit erin.

Ik geniet al van deze, zeg maar, deze houding van, boeit mij niet. En ik denk, den, den, den. Hoe gaat dit aflopen?

Kenneth draait om naar mij, en hij zegt, maar dit is toch helemaal geen klantvriendelijkheid? Met zijn Nederlandse, Hollandse opvoeding. Hij zegt, het is geen klantvriendelijkheid.

We zijn allebei geboren op Curaçao, maar ik heb een groot gedeelte daar gewoond, dus ik weet hoe het werkt. Hij zegt tegen mij, het is toch geen klantvriendelijkheid, waarop die vrouw zei, eten in de kie. Dan erop met je klantvriendelijkheid.

En ik dacht, in plaats van weg te lopen, of we moeten met de manager spreken, dacht ik, het is heel interessant dat iemand totaal niet boeit dat hij zijn huur moet betalen, of zo, en hij kan ontslagen worden. Dus ik ging onderzoeken, hoe werkt het bij de Chinees, en bij een andere toko’s, en nou zo, en bij de snackbar. En toen dacht ik, hey, wacht even, we doen het eigenlijk allemaal.

Iedereen is eigenlijk vrij onbeleefd. Wij mensen, klanten, zijn ook onbeleefd. We willen binnenkomen snel, snel, snel.

We willen niet praten. En het moet allemaal goedkoop, dacht ik, ik ga gewoon een grap maken in het theater. Dat werkte goed.

Ik dacht, ik ga gewoon een sketch maken op televisie. Nou, dat ontplofte. We gaan een film maken.

[Gerhard te Velde] (55:35 – 55:38)

En dat heette toen al FC Kip? Ja, dat heette toen al FC Kip.

[Jandino Asporaat] (55:39 – 56:27)

En op een gegeven moment dachten we, we gaan dit doen. En we kregen al wat mensen, die wilden de merknaam eigenlijk al kopen, en we gaan dit doen. En ja, ontplofte, maar wat we eigenlijk wel meteen zagen, is van, met wie doe je dan zaken?

Dus we hadden op een gegeven moment een andere zakenpartner, en het was iets van, oké, weet je wat, dan doe ik de marketing en inhoudelijke van de zaak, en dan doe jij zeg maar het echte day-to-day, even de broodjes, de vlees, omdat je dat zeg maar heel goed kan. En dan kom je op een gegeven moment achter van, nee, maar dat werkt niet. Dat werkte eigenlijk al in het begin, dus gingen we eigenlijk uit elkaar.

Maar opeens heb je dan een enorme, groot restaurant, want we zouden eigenlijk meteen al door…

[Gerhard te Velde] (56:27 – 56:27)

Hoe groot is het?

[Jandino Asporaat] (56:28 – 58:25)

We hebben duizend vierkante meter. Dat is echt, dat is best wel groot. En toen hebben we gezegd, oké, in plaats van nu meteen twintig zaken te openen, want we kregen van alle kanten franchise, maar we hadden niet eens door van, wat is dan de exacte formule?

Kijk, een succesvolle film neerzetten, dat is niet, zeg maar, super makkelijk, maar dat is toch daaraan toe? De theaters vullen, dat is toch daaraan toe? Day-to-day, business elke dag, zeg maar, het eet, is totaal een andere balgame.

Maar, we hebben gezegd, oké, we nemen het, wij gaan het nu zelf, we nemen de juiste mensen, en de tweede staat op de planning eigenlijk al. Zodra dat helemaal klaar is, gaan we dan rustig daar het openen. Welke stad?

Mag ik eigenlijk niet zeggen. De grote stad of een kleine? Nee, het is de grote stad.

Nederland? Ja, ja, ja, ja, ja, want we wilden eigenlijk, Curaçao konden we meteen, maar, het probleem is, omdat we dan niet, ik kan er niet meteen naartoe. Want ik merkte, dus in Rotterdam, en dit komt, dit hoort bij het vak, is als je eenmaal succesvol bent, dan ben je ook op een gegeven moment, ja, ze kunnen schieten op jou.

Dus je krijgt eigenlijk dingen waar normaal, een normale restauranthouder totaal niet mee te maken heeft, vergroten media zeventig keer in de krant. Maar wat het geluk was bij mij is, ik kan het meteen, binnen tien minuten ben ik in de restaurant, en ik heb het eigenlijk, oh dames en heren, zie je? Oh nee, dit klopt helemaal niet.

En oké, dan kan je het meteen oplossen. Dus pas als we de formule helemaal, in kanning kruiken, dat die helemaal het helder is, dan pas gaan we franchisen. En dan pas gaan we over naar Curaçao, of naar België.

Want de vragen kwamen eigenlijk van alle kanten. Het is, het eten is supergoed, en het is halal, dus je bedient een enorme grote doelgroep. Maar je moet het eerst, ja, langzaam.

Dus niet rennen, maar langzaam.

[Gerhard te Velde] (58:26 – 58:29)

En dat mag dus ook tien jaar duren? Hoe lang denk jij?

[Jandino Asporaat] (58:30 – 58:39)

Nee, vijf jaar. Vijf jaar. Dus we zitten nog vier jaar.

Over vier jaar moeten er sowieso, moeten er tien zijn.

[Gerhard te Velde] (58:39 – 58:58)

Oké. Ja, want je wil ook een beetje momentum vasthouden, zeg maar. Als je de aandacht hebt, op een gegeven moment verslap, en dat is natuurlijk ook een ding inderdaad, al een paar keer ter sprake gekomen, van ja, het is leuk als het aan het begin een hype is, maar je wil ook dat mensen natuurlijk terug blijven komen, dus dat, en hoe loopt dat nu in Rotterdam?

[Jandino Asporaat] (58:58 – 1:01:45)

Nee, dat loopt goed. Ik denk juist toen wij de zaak openden, was het al ver voorbij de hype. En we hadden al aangekondigd, toen we gingen openen, was het al eigenlijk voorbij de hype, en toen kwam corona besloten, dit gaan we niet doen in coronatijd, want ik was, ik had geen zin dat mensen dat gaan moeten weigeren om een stukje kip, en zeggen jij moet eerst gespoten zijn voordat jij bij ons kip gaat eten, dus heb ik gezegd, ik wacht tot iedereen welkom is, en dan pas ga ik open.

Dus dat is vier jaar daarna. En toen gebeurde het ook. Ik denk, het is niet het is niet de hype.

Kijk, als ik op de hype, dan had ik eigenlijk iets gedaan, maar ik heb inmiddels de ik heb vijf bombinis eigenlijk gemaakt, en elke keer wint de film een gouden kalf, en komen honderdduizend mensen daarna. Dus, het is iets anders, het is een connectie met het publiek. Dus ik ben, omdat ik weet dat dat werkt, hoef ik niet te rennen, anders had ik dus wel op een gegeven moment gezegd, oké, ik teken, en we hebben zometeen nu al twintig zaken, maar dan super groot, maar als dat begint te denderen, dan heb je een probleem.

Zorg gewoon dat je een hele goede fundering hebt, laat je gewoon niet gek maken. We hebben geen rijen meer voor de deur, we hebben vijf maanden rijen voor de deur gehad. Nou, dat was helemaal niet goed.

Mensen denken, oh, dat is fantastisch. Nee, nee, je moet je voorstellen, die mensen die uit Groningen zijn gekomen, om bij jou kip te komen eten, ja, die zitten nu al veertig minuten in de rij. Als je eenmaal veertig minuten buiten…

Dan smaakt je kip eigenlijk iets minder lekker. Fastfood, je wil naar binnen, en je wil zitten, en je wil eten. Dus, eigenlijk veel meer in die rust, en dan groeien.

Dus ik ben niet, nee, want ik ben nog niet klaar met de Boombini-films, dus het zit altijd in mijn hoofd, oké, we gaan nu eerst even, er is nu een andere, we gaan nu eerst even, bij Netflix komt Bad Boas, en dan is er nog een andere film, wat ik volgend jaar moet gaan schieten, maar Boombini lurkt altijd nog even ernstig in mijn achterhoofd. Nee, nee, nee, ik denk wat wij, we hebben enorm succes als het gaat om FC Kip, en ik ben heel blij dat we dat helemaal in handen hebben, binnen het familie, en dan gewoon niet gek laten maken, rustig aan, niet meteen openen, en ik moet zeggen, ja, je voelt die druk, ja, maar wanneer komt er nou een andere? Wanneer komt er nou een andere?

En dan denk ik, ja, jongens, het is echt, Albertijn is ook op een gegeven moment begonnen, zo’n 100 jaar geleden, voordat het dit is geworden.

[Gerhard te Velde] (1:01:46 – 1:01:59)

Er zijn nog andere dingen waar je van droomt, ijssalons, weet ik veel, kleding, lijnen, ja, roep maar wat. Het kan ook iets hebben van, ja, weet je, alles wat ik aanraak verandert in goud, maar dat is natuurlijk ook niet zo.

[Jandino Asporaat] (1:01:59 – 1:03:14)

Nee, maar ik doe, je moet een keertje met ons meekomen, en dan zie je, je hebt, er verandert helemaal niks in goud. Het is zo hard werken, het is, de mensen die kijken er naar, ja, we hebben een kledingzaak al 10 jaar, in Delft, Dinmark, nou, kan je tegen jou zeggen, dat wordt zo hard gewerkt, is een boetiekje, waarbij je nog, als je binnenkomt, kan je nog een kopje koffie krijgen, en je vecht tegen een veranderend straatbeeld, want alles wordt een grote, de H&M, de Zara’s, de mensen willen bestellen en thuis krijgen, de Amazon, en zo’n boetiekje, dat je gewoon binnen kan komen, en dat mensen je bij je naam weten nog, ja, dat is wat, maar daar komt niet het grote geld binnen, maar je vindt het gewoon leuk om te doen. Je vindt het leuk om nog naar Milaan te gaan, en stoffen te voelen, en je denkt, oh, dit is een nieuwe collectie, oh, dit kopen we in, in plaats van, wat is, wat is snel?

Dus, nee, ik ben heel erg bewust dat niks wat je aanraakt, zeg maar, in één keer in goud, verandert, maar als je lang genoeg blijft boenen, dan gaat het ergens wel blinken. En die is net opeens, bro, hey, schrijf die op!

[Gerhard te Velde] (1:03:14 – 1:03:16)

Je moet er een neon van maken.

[Jandino Asporaat] (1:03:17 – 1:03:22)

Wat slecht, maar het klopt wel, eigenlijk. Ja, het klopt wel. Het is wel wat het is.

[Gerhard te Velde] (1:03:25 – 1:03:52)

Misschien nog even hoe jij omgaat met alle roem, want ik merkte dat jij hier naartoe kwam, en dat ik ook, normaal gesproken zijn mijn gasten een beetje zenuwachtig, en ik was nu een beetje zenuwachtig van, oh, er komt een BN’er, weet je wel. Nee, maar, want het lijkt me heel apart dat mensen ineens anders doen als je in de buurt bent. Misschien heb ik het niet eens meer door, maar vast, misschien wel zijn mensen, maar, hoe ga je er mee om?

En ook allemaal mensen die iets van je willen, want dat lijkt me ook soms vermoeiend.

[Jandino Asporaat] (1:03:52 – 1:05:21)

Daar heb ik heel veel moeite mee gehad. Ooit, ooit heb ik daar, van andere collega’s heb ik geleerd van, je mag nee zeggen. Je mag echt af en toe nee zeggen, dus dan ging het om foto’s en zo.

En toen ik kinderen had gekregen, toen, ik weet nog, Elijah, mijn zoontje, mijn oudste, die zei, papa, nee, maar die in die foto, want ik dacht, ja, ik moet mijn kinderen nu even beschermen, dus nu wat ik doe is, als ik met mijn kinderen, en nu zijn ze wat groter, ja, wel nieuw, nieuw is nu wel drie jaar, en dan zeg ik, wil je nu een foto, maar dan moet je heel even wachten, ik ga even met mijn kinderen nog, en als je zo meteen tijd hebt, dan maken we de foto. Dat kon ik vroeger niet, ik dacht, ja, ik voelde me heel schuldig.

Dus ik altijd, ja, daar heb ik opeens moeite mee, maar dat is echt, praat ik nu van jaren geleden. Wat ik, ik ben me heel erg bewust dat mensen een perceptie hebben. En het is best wel lastig, dus wat ik probeer te doen, is dat ook meteen weg te halen.

Ook meteen van, nee, bro, ik, ik, ik zie alles, wat er om me heen gebeurt, en ik maak meteen een grapje, dat iedereen weet, het is echt oké, wij zijn echt op hetzelfde level. Na de show, dat heb ik echt nodig, na de show, daar zit bijvoorbeeld een duizend man in de zaal, en dan gaan we altijd meet and greet doen. Dat deed ik toen ik in Meppel speelde voor vijftien mensen, en dat doe ik nog steeds, als we bijvoorbeeld Ahoy doen, of wat dan ook, ik ga naar voren, en ik ga met iedereen op de foto.

Die wilt. Dan zit je soms een uur, dan willen de mensen hun verhaal kwijt.

[Gerhard te Velde] (1:05:21 – 1:05:25)

Zijn mensen wel zo onbeleefd? In welke zin?

[Jandino Asporaat] (1:05:26 – 1:07:47)

Dat ze je op een bepaalde manier benaderen, dat je ook denkt, oh ja, ja, ja, maar dat kan je altijd weer terugplaatsen bij hen, dus tuurlijk zullen mensen af en toe denken, oh, ik ben de leukste thuis, ik kan een opmerkingje maken, maar die kan je heel makkelijk pareren. Ja, 9,9 999 keren van de tien keren, is iedereen super leuk, en soms is een kleine opmerking vaak hun eigen onzekerheid, en dan, oh, laat me lollig zijn, maar prima. Maar waarom heb ik het nodig?

Als ik niet naar voren ga, was het laatste in interactie met de mensen, is applaus. Als duizend man voor je klappen, en elke avond je krijgt dat, ja, je bent een mens, dus jouw ego groeit. Wat er gebeurt, na de show, snel douchen, kom ik naar voren, en dan gaan we gewoon praten.

Nou, dan komt Anita, en die heeft haar verhaal, wil ze kwijt, en dan vraag ik, wat heb je vandaag gegeten, heb je gekookt, en zo, ja, nou, gekookt, ja, spersiebonen, of iemand anders die zegt, nou, ik ben heel trots op jou, ah, super trots, oké, maar, wat doe jij dan? Oh, wat leuk, en dan geeft iemand anders een compliment weer terug. Je hebt hele menselijke contact, dat maakt het heel normaal.

Ik weet dat ik gewoon dino ben, maar ik heb een passie, en ik werk hard, en daardoor komen mensen naar me kijken, maar ik doe niks anders dan jij. Jij staat op, in de ochtend, of je nou stratenmaker bent, of hartchirurg, je moet naar je werk, je moet op een gegeven moment eten, je moet op een gegeven moment naar huis, jij wil ook liefde hebben, er is echt niks zoveel anders. Tenminste, ik denk, een dokter op het podium, een hartchirurg, zeg maar, op mijn podium vanavond, misschien minder grappig, maar je gaat echt niet lachen als ik, de operatie wordt vandaag gedaan door Janine Aspera, dat is niet wat je wilt hebben.

Ik kan je opensnijden, maar dichtmaken gaat me niet lukken. Dus, er is wel een verschil in kwaliteit van werkzaamheden dat mensen verrichten. Maar, ik ben me heel erg bewust dat ik gewoon een normaal mens ben, en ik probeer altijd mijn best te doen om de anderen te proberen te zien, dat ze dan ook op een gegeven moment dit weggaan.

Want, als mensen mij bijenderen, ik ben geen bijender, ik ben gewoon een dino. Ja, je hebt me ooit ergens gezien, maar bijender, wat is dat? Denk ik dan belangrijk of zo?

Nee.

[Gerhard te Velde] (1:07:48 – 1:07:54)

En jij kan nog iets. Er zijn ook heel veel bijenders die… waarvan je niet meer weet van…

[Jandino Asporaat] (1:07:54 – 1:08:30)

Nee, je hebt dat fenomeen, influencers. Ik denk dat… Ik heb medelijden met onze huidige generatie, ook qua techniek.

Het is zo makkelijk om dan daar te komen. Maar het punt is, iedereen wil gezien worden. Heb je maar likes gezien?

Heb je… Maar op een gegeven moment gaat het daarover. Hoeveel likes, hoeveel dit, hoeveel dat.

En dan denk ik, het is heel zielig, omdat op het moment dat er iemand anders komt, die net iets leuker blijkt te zijn dan jij, dan laten ze je weer vallen. Het is heel vergankelijk.

[Gerhard te Velde] (1:08:30 – 1:08:30)

Ja.

[Jandino Asporaat] (1:08:31 – 1:09:56)

Dus, ik zeg altijd, ook tegen mijn andere collega’s, die dan net nieuw komen, van, creëer een community. Een groepje mensen die hetzelfde denken als jij en die gewoon jou steunen. Als jij gewoon…

Ik heb geen fans. Ik heb, denk ik, of mijn gevoel, heb ik gewoon een groep mensen die het mij gunnen, maar die komen naar mijn shows en ze ontmoeten elkaar en er gebeurt van alles. Want of ik nou theater doe, of ik nou een film, of een restaurant, of een park, het maakt eigenlijk niet uit.

Mensen komen gewoon en die ontmoeten elkaar. En ik zeg, hey Dino, ik gun jou, ik vind het leuk, maar ik hou ook iets anders eruit. Het is gewoon een community, dat je eigenlijk gewoon creëert.

En als je bijvoorbeeld op Curaçao bent, zie je mij daar rondlopen, maar tegelijkertijd zie je me ook aan het schoffelen. Ben ik gewoon aan het tuinieren. Hey Jan, wat sta je hier mee te doen?

Ja, gewoon in het park, heerlijk. En het vroeten in de aarde, vind ik echt heerlijk. En de mensen die denken, oh joh, je bent gewoon een gewone jongen.

Dan zeg ik, ja, ben ik altijd geweest. Maar ik snap de perceptie van artiest. En ja, het heeft soms zijn voordelen, maar dat je bepaalde deuren kan openmaken, maar voor de rest is het niet zo.

Als je er eenmaal in zit, dan denk je, oh, was dit het?

[Gerhard te Velde] (1:09:56 – 1:10:11)

Ja. Dan een allerlaatste vraag. Die mag jij stellen.

De bedoeling van die vraag is dat ondernemers daardoor aan het denken worden gezet. Is er een vraag waarvan jij denkt, hey, daar zou iedereen eens mee aan de slag moeten?

[Jandino Asporaat] (1:10:13 – 1:11:35)

Ik denk wat meteen in mijn hoofd komt, is heb je vandaag gelachen? En misschien moet je die vraag wat ik in ieder geval doe aan het einde van de dag, heb ik vandaag gelachen? Is het antwoord nee?

Of is het antwoord ja? Heel goed, dan doe ik het morgen nog een keer. Wat ik aan het doen was.

Is het antwoord nee? Dan moet jij iets gaan verzinnen om, en als je wil blijven doen wat je doet, dat je morgen wel lacht. En als dat niet kan, moet je misschien een andere soort grap gaan zoeken om te doen.

En dat is heel belangrijk. Ja, dat is eigenlijk belangrijk, omdat op een gegeven moment komt er een moment dat je er niet meer bent. En je kan niks meenemen.

Niks. Je geldt niet, je huist niet, de likes op TikTok niet. Niks.

Niks. Je kan wat achterlaten. Soms zijn mensen gezegend met het feit dat ze weten dat ze gaan.

En dan, en wat wil je om je heen? Liefde, verborgenheid, familie, vrienden. Er is niemand die zijn laatste adem uit gaat blazen, bewust, en zegt, ik moet nog bitcoins kopen.

Is er niet. Dus, heb je vandaag gelachen.

[Gerhard te Velde] (1:11:36 – 1:11:37)

Mooi, dankjewel Jan Dino.

[Jandino Asporaat] (1:11:38 – 1:11:41)

Nou, jij bedankt. Ik ga jou nemen als therapeut, dan kom ik hier lekker praten.

[Gerhard te Velde] (1:11:43 – 1:12:09)

Afgesproken. En natuurlijk jij ook bedankt voor het kijken of luisteren naar deze aflevering van Groeivoer. Vond je deze aflevering waardevol?

Deel die dan ook in je netwerk. Volg Groeivoer ook op YouTube. Wil je meer weten over Jan Dino of naar een van zijn shows komen?

Je weet hem te vinden via Google en alle kanalen kun je daar ook vinden en we zullen ze ook in de show notes zetten. Dank voor je aandacht en graag tot de volgende.

de kracht van podcast inzetten voor jouw merk?

Je eigen podcast levert ontzettend veel op als je podcast slim integreert in je marketingmix. 

Met zijn podcast agency Ear Ear helpt Gerhard te Velde merken bij het succesvol opzetten of opbouwen van een podcast.  

Meer weten? Voeg Gerhard toe op LinkedIn of laat een berichtje achter op info@groeivoer.nl 

Foto van Gerhard

Gerhard

Ik ben Gerhard te Velde, ondernemer en podcastmaker. Met de Groeivoer Podcast help ik ondernemers aan nieuwe inspiratie. Met mijn podcast agency Ear Ear help ik organisaties aan een succesvolle podcast. Zullen we vrienden worden? Voeg mij gerust toe op LinkedIn!

Laat een reactie achter

Blijf op de hoogte

Meer afleveringen